TweeOpReis.reismee.nl

De laatste dagen in Madagaskar

Ratamofana

Helaas bleek mijn weersvoorspellende vermogen al snel een vaardigheid te zijn waarvan ik niet bewust was en inderdaad, naarmate we Ratamorfana naderden werd het bewolkter en bewolkter. De grote kale hoogvlakte met helmgras, rood zanden eucalyptusbomen maakten plaats voor natte rijstvelden en steeds dichtere tropischere begroeiing, watervallen en steedsmeer wolken, mist en uiteindelijk ook regen.

Aangekomen in Ratamorfana pakten we de rugzakken en zeulden deze de lange trap omhoog naar onze slaapvertrekken in een goed onderhouden gebouw met uitzicht op de rivier en onbewoonde bergen aan de overkant van deze rivier. 's Avonds was het plan een avondwandeling te maken en na het diner vertrokken we dan ook met gewapend met headlights richting de top van de berg rechts van ons dorpje. De gids die ons begeleidde was Dauphin, een jonge local die gebrekkig engels sprak. Bovenaan de berg was het behoorlijk druk met gidsen engroepjes toeristen die allen langs de weg op zoek waren naar nachtdieren. Als je met de zaklampen de bomen inschijnt kun je een flikkering van de ogen zien van nachtdieren. Ze lichtten dan rood op, Dauphin kon uitleggen welke nachtdieren we zagen. Aan het einde van de avond hadden we grey mouse lemurs gezien (een soort lelijke hamster) verschillende kameleons, een dwarf lemur hoog in de bomen en de allergrootste slak die ik ooit gezien heb (en die Annemiek persoonlijk heeft gespot, alles wat beweegt in het gedeelte wat verlicht wordt is een makkelijke prooi voor Annemiek. Als Hans door de jungle loopt ziet hij geen beest en Annemiek wijst (soms angstig)... moet je daar kijken, en daar... er beweegt wat daar...en daar.:) ). Zonder Annemiek zouden we toch zelden een dier zien in het wild. (ook onze gids had af en toe nog goede bijdragen maar we waren nog niet zo enthousiast over zijn skills.).

Na terugkomst van de avondwandeling doken we het bed in en na een nachtrust maakten we ons klaar voor vertrek naar de ingang van het park. De entreetickets leverden we in en met de gids konden we het park betreden. We moesten een gammele brug oversteken. Voor 2008 stond er een stevige brug maar deze is door wateroverlast van een cycloon weggespoeld. Dit geeft aardig de kracht van water aan want de brug bestond uit ijzer en beton wat nu totaal verwrongen en weggespoeld was. De wandeling bracht ons opnieuw lemuren maar helaas zaten deze veelal hoog in de bomen en Dauphin liep min of meer gewoon achter de andere gidsen aan. In het park stonden verschillende spotters die hard begonnen te roepen als ze lemurs zagen. vervolgens stormden alle toeristen erop af (~20) en bleven de lemuren hoog, veilig in de bomen zitten. De wandeling ging sterk op en neer midden door de sterke begroeing over de slipperige modder (want het regende nog steeds, de vorige avond had Hans geen zonneschijn besteld.). uiteindelijk hadden we golden bamboo lemurs,grey bamboo lemurs, brown lemurs en Indrigezien (De grootste van de lemuren die in het park leven en de een na grootste lemursoort die er is.

Na de wandeling waren we aardig afgepeigerd van de stijle bergen die we op en neer moesten. Bij het hotel aangekomen eerst maar even douchen, lunchen en een tijdje dominoo spelen. (Een heel favoriet spel in madagascar enen wij zullen nu bij domino altijd direct aan madagascar denken) Maheeri keek zwaar ongelukkig gezien het Hollandse weer.. Om hem weer op te vrolijken heb ik voor de volgende dag mooi weer besteld. 's Middags nog een wandeling over de markt gemaakt en naar een lokale bron geweest die uit de berg tevoorschijn kwam. De bron was heerlijk warm maar alle badhuisjes waren bezet dus zonder van de thermale baden gebruik te maken keerden we weer huiswaarts.

Ambositra.

De volgende dag scheen de zon en Maheeri was weer helemaal vrolijk. Tijd om Ratamofana te verlaten en te vertrekken richting Tana. In de tussentijd stopten we nog in Ambositra. Het regenwoud maakte snel weer plaats voor rode bergen met helmgras, kleine plaatsjes verschenen in het hoogland en steeds meer rijstvelden doken op. 's Middags kwamen we aan in Ambositra. Hier hebben we rondgelopen over de lokale markt en was het tijd om souvenirs te shoppen. Moeilijk om iets te vinden naar onze smaak maar uiteindelijk o.a. een dominosetje van tropisch hout (ik hoop niet dat pallisandro hout eronder valt, ik kon het niet vonden op internet) afgewerktmet stukken van Zebuhoorn zag er zeer mooi uit en we moesten het wel meenemen.Na het shoppen en rondkijken in de stad weer naar bed waar het in de verte begon te onweren.Toch ondanks het onweer heerlijk geslapen en de volgende ochtendhebben we een school bezocht. (vlakbij het weeshuis van Remi Doornenbos)www.madalief.nl Op het schooltje werden we welkom gehetendoor de leraar en doorhet duitse meisjewatwe op dag 2 hebben gezien bijRemi.Daarnaast begroette de hele kleuterschoolklas (70 kinderen) ons.De school waseen publicschool wat betekent dat de staat de kosten financiert, de school is in de verste verte niet te vergelijken met alles wat je in Nederland kent. Depaar speelattributen uit Nederland die ze hebben zijn volledig afgeleefd,er zitten gaten in de grond waar rondrennende kinderen overheen struikelen maarde kinderen spelen dolgelukkigmethet kapotte speelgoed. Dit heeft ons wel aardig aan het denken gezet, als we terug zijn willen we toch eens gaan kijken of wespullen kunnen verzamelen bij o.a. jullie!! (dus wees voorbereid :))voor de container dievrijwilligers van de stichting van Remi 1x per jaar vanuit Groningen naar Madagascar verschepen. Annemiek en ik hebben samen zo veel meer speelgoed (gehad, ik kan moeilijk toegeven dat ik er nogmee speel :P ) dan dat de 70kinderen hier hebben. Ik heb een kleine donatie achtergelatenwaarmee ze weer schriften konden kopen en pennen in de stad. De juf was hier dolgelukkig mee omdat ze hier weer lang van konden schrijven e.d.terwijl je van het geld in Nederland niet uit eten zou kunnen...

Na uitgezwaait te zijn door de gehele school vertrokken we weer verder op weg naar Tana. Halverwege stopten we in een bergdorpje dat op de Unesco world heritage site staat. Na een tijdje over de hobbelige wegen gereden te hebben waren we in het dorpje waar we een rondleiding kregen van een redelijk engels sprekende jongen. Hij was verbaasd van de woorden malagasy die we spraken en begon een test door steeds meer woorden te vragen die we allemaal konden beantwoorden. Hij vond het helemaal geweldig en breed lachend wandelden we tussen de 'hutten' op houten palen door, in de lage hutjes kookten vrouwen en in de smalle steegjes speelden kinderen. Uiteindelijk stopten we in het huis van het dorpshoofd die ons welkom heette en met Annemiek op de foto ging, Het huis was enorm rokerig en aan het plafond werden maiskolven gedroogd. Het is wonderbaarlijk dat mensen hier oud kunnen worden want het kan nooit gezond zijn om de hele dagen in de kolenrook te zitten. Na wat foto's van het utizicht vertrokken we weer met de jeep richting Tana en na een paar uur zaten we weer op de weg die we de eerste dag ook al hadden gereden. Tegen het einde van de middag stopten we weer voorchalet du roses: onze beginbestemming.

De volgende dag vertrokken we iets later dan normaal (9 uur) met de jeep naar Perinet National Park. Slingerend door hoge bergen reden we richting het oosten. Onderwerg zie je verschillende initiatieven waar Malagasy worden geholpen een bestaan op te bouwen in de stad, veelal gesubsidieerd door westerse kerkinstellingen en missionarisen. Naast kerken bieden ze vaak scholing, werk en opvang wat erg hard nodig is voor de bevolking. Na een paar uur slingeren door de bergen (lang leve primatour! (de reistabletjes)) stopten we bij een kameleonfarm. Annemiek en ik wisten niet of we hier wel zouden moeten stoppen maar uiteindelijk toch maar gedaan en geen enkel beetje spijt... wat zijn kameleons gave beesten!. Niet alleen passen ze zich aan met hun kleur (op een rode muur wordt een kameleon rood na ongeveer 15 minuten of zelfs binnen een veel kortere tijd als de kameleon een vrouwtje is) maar ze zijn ook geevolueerd naar hun omgeving. Sommigen zien eruit als bladeren, anderen als takken, stokken en wat al niet meer... echt hele gave beesten. Verder waren er nog vlinders, kikkers, rare vliegende lemuren (soort vegetarische vleermuizen) en krokodillen die soms in de riverien rondzemmen. Uiteindelijk toch vertrokken richting perinet. Hier hadden we een fantastisch bungalowtje tussen het regenwoud en perinet is bekend vanwege de Indri Indri, de grootste lemuren die er zijn... (ongeveer 1 meter groot) en ze maken een gigantische herrie, Om hun territorium af te bakenen maken ze een soort huilgeluid dat zo hard klinkt dat als je onder de Indri Indri staat het pijn aan je oren doet. Het dorpje wat vlakbij onze bungalow ligt was erg relaxed omdat er voor het eerst geen kinderen op je af rennen, fassa fassa roepen en waarvan de brutaalste uiteindelijk vraagt om een bonbon e.d. Het heeft zijn charme maar het is ook leuk om gewoon een keer rond te kunnen wandelen zonder dat het hele dorp uitloopt.

's Avonds na het diner was het tijd voor nog een avondwandeling. Onze gids Donna, een oudere local met een gigantische kennis van insecten en reptielen en alle drie gewapend met een zaklamp zagen we diverse lemurs, andere rare beesten en kameleons die slapen (te zien aan de opgekrulde staart). De grootste kick van de avondwandeling is het zoeken naar de rode ogen waardoor je de hele tijd het bos in staat te schijnen en telkens wat ziet oplichten... totdat je na een half uur erachter komen dat er ook vuurvliegjes rondvliegen die oplichten als je er met de zaklamp op schijnt.

De volgende dag vertrokken we om8 uur naar de jungle om rond te wandelen. Donna bracht ons keer op keer over smalle paden naar Lemuren die niet door grote groepen (10-20)toeristen werden bekeken. Het hoogtepunt was tegen het einde van de wandeling. Donna had een groep lemuren gespot met babies en we snelden richting de plek, Donna gaf aan dat hij verder ging met het zoeken naar de Indri Indri en wij konden de groep lemuren voor ons volgen... Het meest wonderbaarlijke was dat de lemuren zich niet echt bewust leken te zijn van ons en nadat ze een paar bomen verderop waren gesprongen en Annemiek en ik door het bos achter ze aan probeerden te sluipen gingen ze vlak op de grond liggen stoeien met elkaar. Ondertussen konden we op minder dan 2 meter afstand komen zonder dat ze zich echt bewust waren van onze aanwezigheid.. echt een heel bijzondere ervaring.. heerlijk om zo een half uur met je fototoestel honderden foto's te schieten. Uiteindelijk vertrokken de lemuren toch de boomtoppen in en je kunt een springende lemur die 7 meter per keer springt onmogelijk bijhouden dus besloten we terug te gaan met Donna naar het einde van het park. 's Middags vertrokken we naar een priveparkje waar gevangengenomen lemurs vrijgelaten werden op een onbewoond eilandje. (Lemuren kunnen niet leven in gevangenschap buiten hun natuurlijke omgeving omdat ze elke dag voor hun etenkiezen uit z'n 20 verschillende planten en fruitsoorten) Hans had ontzettend graag gekayakked wat helaas niet mogelijk was geweest maar hier moesten we toch in een kano de sloot oversteken naar het eilandje... Hoera!

Aangekomen op het eilandje zagen we al de eerste lemuren en door hun eerderegevangenschap en het gebrek aan enige vijanden op het eilandje,zijn ze niet bang voor mensen... ze springen van boom tot boom om je heen en Hans dacht dat het wel leuk zou zijn om voorover te buigen om een foto van dichtbij te maken. De lemur bedacht zich niet en vond Hans zijn hoofd een mooie plek om heen te springen... Na annemiek het fototoestel te hebben gegeven draaide Annemiek zich om en het korte haar van Hans hangt nooit zo lekker als het lange haar van Annemiek dus de lemur sprong bovenop Annemiek: IIIIIEEEEEEEEEEEEEEEHHHHHHHHHHHHHH!!!!!!!!! De reactie van Annemiek zorgde ervoor dat de gids niet meer bij kwamt van het lachen en de lemur vond het veel te lekker en nestelde zich vrolijk op Annemieks hoofd, De vele foto's zijn echt geweldig om te zien en nu (2 weken later) lachen we nog hard om de gezichten die Annemiek trekt... zonde dat foto's geen geluid hebben:(. Na het eilandje en een privepark met krokodillen vertrokken we naar de bungalow om de volgende dag terug te reizen naar Antanarivo, voor de 3e keer chalet du Rose... Voor iedereen die zich afvraagt waarom we telkens terug moeten reizen naar Tana: er is maar 1 grote weg dus als je van noord naar zuid, oost naar west wilt rijden komen alle wegen samen in Antanarivo. Na een wandeling door de hoofdstad met onze chaffeur/gids Maheeriin zijn geborotestaden souvenirshoppen op de grootste souvenirmarkt van Madagaskar (helaas niks leuks kunnen vinden omdat alles op elkaar lijkt) vertrokken we naar de hoogste berg met het queens palace er bovenop. Hier rondgeslenterd over de straatjes en teruggelopen naar het hotel met onderweg fantastische uitzichten over de stad. Na de wandeling terug naar het hotel en de volgende dag met het vliegtuig naar Ile st. Marie, onze laatste bestemming in Madagasker: een tropisch paradijs was er beloofd.

Het vliegveld van Ile st Marie is superklein, 1 kleine landingsbaan waar elke dag 1 toestel landt. Op het vliegveld werden we opgewacht door de eigenaresse van het hotel dat ons naar de andere kant van het eiland bracht. na 2 dorpjes gepasseerd te zijn en stil zijn komen te staan in een begrafenisstoet (waar iedereen zeer vrolijke en mooie kleding in draagt) kwamen we aan bij ons hotel waar we een hutje aan een grasmat kregen vlakbij het strand met wit zand en mooie palmbomen... maar na Salary wordt het zooo moeilijk om weer een strand te vinden wat ook maar enigzins in de buurt komt van dat strand... Toch ook hier weer heerlijk weer, 2 stoelen die geweldig zaten, zon, 3 horse beer en koraal waar je kon snorkelen zorgde toch voor een zeer relaxte 2 dagen waarin we echt niks maar dan ook niks gedaan hebben. De verste wandeling was van de stoel naar het restaurantje voor het eten.... toch ook lekker na een maand van constant rondreizen en bijna elke dag bezig zijn... Ondertussen begonnen wel de berichten door te sijpelen dat Bangkok.. onze volgende stop volledig onder water zou staan, heel Thailand overstroomd was (en we moeten met de trein naar laos...) en dat Cambodja kamt met grote overstromingen.

Tja, vanuit Madagaskar is het lastig om dingen te regelen zonder internet en met gebrekkige telefoonverbindingen dus we zullen in Parijs wel zien hoe we de trip kunnen vervolgen....

De wildparken

Na een heerlijk geslapen te hebben op een ietswat hard bed wordt het tijd om onze eerste lange hike te maken door de bergen van Isalo National Park. We vertrekken na het ontbijt met Maheeri op weg naar het centrum van het dorpje waar onze gids voor de wandeling. (Om de lokale economie te spekken en om de bevolking bewust te maken van natuurbehoud is het verplicht om te wandelen met gidsen in de nationale parken, best een goed initiatief).

Dus we komen aan bij de ticket verkoop en de gids stelt zich voor en vertelt wat we vandaag gaan doen. Dit komt echter totaal niet overeen wat we de dag ervoor met Maheeri hadden afgesproken en hoewel Annemiek en ik zoiets hadden van we zien wel ging Maheeri fel in discussie en na een paar minuten gammele gammele en armgezwaai baande onze gids boos weg.... tjah, weg gids en nu? Gelukkig was er een andere goed Engels sprekende gids in de buurt die ons kon helpen en toevallig heette die Peter, dezelfde naam die ik overal gebruik alsik reis. We leven onder de schuilnaam Peter and Anna omdat als ik me voorstel met Hans mensen mijn paspoort nooit begrijpen (Pieter Johannes) en Anna omdat niemand ooit begrijpt hoe Annemiek uitgesproken moet worden... Hij wil de route wel samen met ons lopen en we vertrekken naar de ingang van het park. De eerste wandeling gaat naar een kloof de 'Canyon des Maki' heet, maar helaas al jaren geen Maki meer bevat (Lemuren) en we lopen langs 'Canyon des Rat' (en die bevat genoeg ratten dus het is maar goed dat we er langs lopen en niet er doorheen:) ). Helaas geen lemuren maar wel erg mooi groen tussen het dorre berglandschap en mooie kleine watervalletjes en meertjes waar vogels en vlinders vrolijk in het rond vliegen. De tijd vliegt voorbij en we lopen door de rijstvelden terug naar de jeep om naar de andere kant van het park te rijden voor de middagwandeling.

'S middags lopen maken we een steile klim omhoog naar de bovenkant van de kalksteenrotsen. Bovenop de berg legt Peter uit wat de verschillende stapels stenen zijn, hier zijn net mensen begraven en die blijven hier liggen totdat er genoeg geld is om een begrafenis te organiseren zodat ze in een tombe of familiegraf kunnen worden begraven. Peter wijst omhoog naar een spelonk in de berg naast ons met uitzicht over de vallei en legt uit dat daar de mensen uit Ranohira worden begraven. Best een vreemd idee om te overlijden en dat jaren later mensen je uit je graf halen, met je gaan dansen en zingen... zebu's voor je slachten voordat je definitief wordt begraven en de rouwperiode wordt afgesloten.

We lopen door langs wandelende takken, verschillende soorten bomen over een soort van pad naar het uitzichtpunt over Isalo. Vanaf dit punt lijkt het gebergte veel weg te hebben van de Grand Canyon en het is een zeer mooi uitzicht. We vertrekken vervolgens naar Piscinne des Naturelles en je waant je hier echt in een botanische tuin. Moet je je voorstellen: Je loopt een uur tussen helmgras over een stenen hoogvlakte met mooie vergezichte maar alles is hartstikke dor. Het is warm (Een droge warmte) en in de verte hoor je een waterval. Je daalt vervolgens een rotspad af en de temperatuur verandert in een klamme tropische warmte, de lucht wordt vochtig en alles om je heen wordt groen, je ziet een fantastisch meertje met palmbomen eromheen en het lijkt net of je een botanische tuin binnenstapt (Zo eentje waar allemaal vlinders in rondvliegen). Het lijkt of dit aangelegd moet zijn want het past zo totaal niet in het landschap maar dit is de plek waar al jaren de lokale mensen komen zwemmen... heel bijzonder.

Na de Piscinne Naturelles dalen we af naar de jeep, rijden terug en strekken onze benen bij ons hotel en genieten van een biertje van de wandeling van vandaag. 'S avonds nog een optreden gezien van een lokale band... echt super grappig om te zien dat de Europeanen (50+) heel stijf zaten te luisteren terwijl buiten de Malagasy uitgebreid zaten te dansen en te lachen.... saaie mensen die europeanen.

101,De volgende ochtend begon slecht... 101,daarna richting het restaurantmaar voor het restaurant weer terug. 101. Voor degene die afvraagt waar 101 voor staat, dat is een WC bezoek in codetaal alsje de gids moet vragen om te stoppen. 628 is een plaspauze (vraag me niet waarom) en 101 voor het grotere werk (101 refereert n.aar de franse wc's waar je je voet neerzet 1.. het gat in de grond... 0 en 1=101). Enfin, reizigersdiaree had bij Hans toegeslagen en dus moest Annemiek alleen met Peter hiken door de hitte in het hooggebergte. Annemiek was bang dat het tempo te hoog lag maar al snel kwam ze erachter dat als ze een vraag stelde Peter langzamer ging lopen en uit ging leggen wat Annemiek vroeg. Annemiek wist dus na de wandeling alles van Peter, hij had geen zebu hoeven stelen om te trouwen maar had netjes zijn vrouw op school uitgezocht. en Peter stond er versteld van dat we 30-60% van ons salaris bij de overheid inleverden maar viel stijl achterover toen hij hoorde wat de Nederlandse regering allemaal deed voor het land. Heel interessant om de cultuurverschillen te horen en misschien dat we later hierover nog een gedeelte schrijven.

Hans zat ondertussen heen en weer te rennen tussen het bed en het toilet en had de opdracht genoeg te drinken om uitdroging te voorkomen... maar geloof me, 4 liter is teveel om weg te werken in een paar uur. Om 12 uur besloten ikwat te gaan eten maar dat ging dusverkeerd, alles eruit gegooid terwijl ik terugrende naar de bungalow... naast de voeten van de eigenaresse... Tja, toen dan schaam je je wel dood (stom dat ik dat hier eigenlijk vertel nou ja:). )

Annemiek had diverse lemuren gezien op haar tocht en een schorpioen (van dichtbij gefotografeerd!). Dit zijn de enige giftige beesten in Madagaskar die gevaarlijk zijn voor mensen. Het meest bijzondere was wel dat Annemiek een witte Sifaka had gespot, dit is een uiterst zeldame lemur die in Isalo leeft en slechts op weinig andere plekken voorkomt... Daarnaast waren er nog ringtaillemuren (Uit de film Madagaskar) en brown lemurengespot, de brown lemurs zijn de meest aggressieve apen en erg territoriaal maar voor mensen ongevaarlijk, ze bijten 'vrijwel' nooit.

Na de eerste lemuren werd het tijd meer te zien dus na een paar dagen vertrokken we naar Ambalavao via Anja, een park waar lemuren leven die niet voor mensen bang zijn doordat er een fady (heilig gebod) hier bestaat dat er niet gejaagd mag worden op de lemuren. Die fady's zijn geboden die iedereen moet nakomen omdat anders de geesten boos worden en verschillen heel erg. Ik weet niet hoe de fady's zijn ontstaan maar sommige zijn erg grappig/vreemd zo moet je als je de hoogste berg van Madagaskar beklimt 2 levende wittekippen, chocola en geld achterlaten op de top... dus laat je er kippen los die nooit kunnen overleven op deze hoogte... andere fady zijn dat je niet mag zwemmen in bepaalde meertjes, in Ranamofana park mag je geen varkensvlees eten etc... in Anja mag je dus niet op lemuren jagen...

In dit parkje hebben we veel leuke foto's geschoten omdat de lemuren nu niet wegrennen zodra je in de buurt komt, in october hebben de lemuren ook jongen gekregen dus zie je baby lemuren naar takjes grijpen en voorzichtig hun eerste sprongen maken. Volwassen lemuren kunnen tot 10 meter ver springen van boom tot boom. de schatting is dat lemuren ongeveer 35-40 jaar oud worden maar er wordt ook beweerd dat er Indri Indri zijn (grootste lemursoort) die tot 80 jaar kan worden.

Na het park reden we door naar Ambalavao een echt hooglanddorpje en echt typisch Malagasy. rode gravel, stoffig, marktjes met sprinkhanen, insecten, vers gebakken zoetwatervis, mensen die domino spelen en overal handtaxis rondrennen om mensen en goederen van A naar B te brengen. Hier werden we nog aangesproken door een dorpsgek waar we vervolgens niet meer vanaf kwamen, een hele tijd liep hij achter ons aan vreemd te gebaren en te brabbelen, heel volhoudend maar niet bedreigend. Hij begon wel irritatie op te wekken en gelukkig kwamen we op de plek waar we de wandeling zijn begonnen Maheeri tegen die vriendelijd doch zeer dringend de man verzocht weg te gaan (door zijn pols tot 2x beet te pakken en hem weg te duwen.... toch makkelijk zo'n gids:) ).

's middags op de namiddag nog de ambachtelijke manier van papier maken bewonderd en tot slot na een heerlijk diner gaan slapen. de volgende dag stond het 3e park voor de boeg: het tropisch regenwoud 'Ranamofana'... elke avond bestelde ik mooi weer voor Maheeri enwas het de volgende dag mooi weer, voor Ranamofana echter had ik gezegd dat we naar een 'rainforest'gingen dus dat ik geen mooi weer zou bestellen en dat ik bovendien als Nederlander wel gewend was aan de regen...

Het paradijs

Daar stonden we dan aan de voet van de zandduin en een tiental meter hoger was de ingang van het hotel. We werden ontvangen met vers gepereste jus (Heerlijk na de tocht die we hadden gemaakt (lees wilde westen eerst:) ).

Onze veel te zware rugzakken werden door een kleine malagasy naar boven getild richting onze bungalow. We voelden wel medelijden met de rugzakkruier en we proberen normaal gesproken ons eigen rugzak te tillen maar ja, hij was ons te snel af. (rugzakken ~40 kilo samen en die werden getild door een jongen van 1.60, best zwaar werk).

We hadden vanuit onze bungalow fantastisch uitzicht over de ondergaande zon en Hans sprong in de hangmat om lekker te genieten van het uitzicht en een boek totdat na 5 minuten de hangmat knapte en dat dus een harde landing op de betonnen ondergrond wordt... Hangmatten durven we sindsdien niet meer aan.

Na de zonsondergang vertrokken we richting restaurant en het eten was heerlijk (de eigenaar van het hotel was Frans en heeft zijn personeel op kookkunsten waarschijnlijk aangenomen.) Na wat spelletjes dominoo dat we in een kast aantroffen werd het tijd om te slapen want de volgende dag gingen we in een pirogue snorkelen tussen het strand en het rif. (een pirogue is een houten uitgesneden boomstam met een zeil en een kleinere houten boomstam om evenwicht te houden naast de boot. Na het ontbijt haalden we de snorkelspullen op enonze waterdichte tasjes met geld... check en een waterdichte camera speciaal gekocht voor het snorkelen.... check. We konden vertrekken. vlak voor het rif stopte de boot en de jongens die ons begeleidde gaven aan dat we hier het water in konden duiken. hier en daar een tropische vis en wat koraal, best leuk om even te snorkelen maar nog geen egypte (naar de verhalen van anderen) of Koh Tao in Thailand maar wel erg leuk om te doen. We zagen een stuk koraal met tropische vissen dus snel het waterdichte toestel aanzetten en een foto maken.. hmm, dat was dus de eerste keer dat ik het toestel aan wilden zetten maar terwijl ik onder water zat zag ik water achter de lens en het display.... hmmm.... waterdicht.... ik geloof dat ik iets minder op waterdicht moet vertrouwen en soms toch wat meer naar Annemiek moet luisteren dat waterdicht niet waterdicht is:).

Enfin, wel lekker 2 uur gesnorkelled en daarna weer terug naar de kust waar helaas de memory card en de camera afgeschreven konden worden en in Parijs weer mee terug kunnen met mijn ouders. Na het snorkelen de hele dag heerlijk aan het witte strand gelegen en 's avonds opnieuw genoten van de zonsondergang en mooie foto's geschoten. Tot slot heerlijk in slaap gevallen met het geruis van de zee op de achtergrond, het is hier buiten het regenseizoen om altijd mooi weer dus de bungalow had een semi opendak waardoor je door de geluiden van de zee en een zachte zeebries heerlijk kon dromen.

De volgende dag weer de auto ingepakt en vertrokken we richting Tulear-Isalo voor ons eerste wildpark. De tocht begon over een smalle zandweg maar al snel werd de weg breder naarmate we dichterbij Tulear kwamen. Onderweg zijn we nog gestopt op een mooie locatie waar een markt aan de gang was (Zie foto's) om daarna door te rijden via tulear naar Isalo. Onderweg vertelde Maheeri honderuit over de toestand in Madagaskar, mensen moeten soms 5 km naar water lopen (en weer terug), veel van het land wordt al decennia platgebrand waardoor inheemse soorten worden verdreven door Eucalyptusbomen en helmgras dat door de Fransen is geintroduceerd en nu het zuiden van het land bepaalt.

Vrouwen worden niet uitgehuwlijkt maar je ontmoet je vrouw op een zebu market, je gaat dan op date en als je je vrouw leuk vind geef je dat aan aan je ouders. Als de vrouw het ook leuk vond en de ouders zien wat in je kun je samen trouwen. Soms wordt nog de eis gesteld (vooral in de gebieden rondom Isalo) dat om te mogen trouwen je je mannelijkheid moet bewijzen door een Zebu te stelen. Deze traditie neemt langzaam af maar vind nog steeds plaats.

Vanaf tulear via de N7 noordwaards (de langste en een van de weinige geheel geasfalteerde 2 baans weg in Madagaskar) brengt je in een soort hoogland waar veel sapphier wordt gewonnen. De dorpjes zien er een beetje uit als huizen uit een slechte cowboyfilm afgewisseld met gigantische verkooppaleizen waar waarschijnlijk iemand veel sapphier gevonden heeft. In de verte duiken enorme kalksteen bergen op die recht uit de aarde gedrukt zijn vele millenia geleden en we stoppen bij een museum over de omgeving om daarna door te rijden naar 'The window': een toeristische trekpleister waar je een mooie zonsondergang kunt zien. We zijn bij aankomst de 2e groep maar al snel stromen de busjes af en aan en staan er al snel rond de 60 mensen door het gat van 2 bij 1 meter te kijken naar de verkleuring van de hemel bij de ondergaande zon wat inderdaad een mooi schouwspel wordt naarmate de zon verder zakt. De 60 toeristen die hier staan is meer dan we tot nu toe in alle dagen bij elkaar hebben aangetroffen in heel Madagaskar dus dat is wel even wennen:)

Na de zonsondergang rijden we in het schemer door naar het ICT hotel in Ranohira vlakbij de ingang van het Isalo National Park waar we de komende dagen gaan hiken en onze eerste lemuren gaan bekijken. Alweer vroeg onder de wol en de volgende dag eruit om te gaan hiken op zoek naar onze eerste lemur (soort van halfaap)....

Het Wilde Westen

Na de fantastische avenue de baobap en de mooie foto's die we geschoten hadden gingen we van Morondova viaManja naar Morombe in 3 dagen richting het zuiden gaat rijden. Na het ontbijt reden we in de jeep, die intussen vol benzine zat en met 2 extra jerrycans op het dak, Morondova uit en sloegen vlak buiten de stad rechtsaf een zandweg in. Van hier vertrokken we naar een gedeelte dat niet beschreven staat in de Lonely Planets, Brats, of wat voor reisboeken ook en wat tevens niet op de kaarten staat.

De aantallen mensen die langs de weg lopen wordt snel minder, de begroeiing neemt toe en de dorpjes waar we doorheen rijden worden kleiner en gaan steeds verder uit elkaar liggen totdat na het oversteken van een paar riviertjes er definitief geen dorpen meer zijn.

De rivieren is wel een bijzonder verhaal: de rivieren waar wij doorheen rijden zijn bijzonder smal en ondiep, Oktober is het einde van het regenseizoen en de rivieren zijn bijna opgedroogd maar aan de rivierbeddingen kun je zien dat als het geregend hebt de rivieren echt enorm groot worden en soms wel meer dan honderden meters breed worden... dat geeft een aardig idee van de gigantische impact van het regenseizoen hier.

Na de laatste dorpjes achter ons gelaten te hebben rijden we over zandwegen die eindeloos rechtuit gaan en op de horizon bij elkaar komen, aan weerszijden van de auto schieten duizenden en duizenden termietenhopen voorbij soms wel tot 1,5 meter hoog. Als de weg in de verte ophoudt blijkt dit een bocht van 90 graden te zijn en dan weer een zandweg die tot in de horizon doorloopt. op een kruizing na een aantal uur rijden zien we een man, vrouw en kind lopen. Maheeri wil de weg vragen en als de mensen onze auto zien drukt de vrouw het kind van de weg af en rent zelf met het kind mee de wildernis in. Iets totaal anders dan wat we tot dan toe hebben meegemaakt en als we vragen waarom ze zo reageren op ons en onze auto horen we dat ze waarschijnlijk zelden blanken hebben gezien en alleen uit de verhalen van ouders en grootouders weten dat als de blanken komen dat je dan verdwijnt en nooit meer terug komt, dus zelfs nu hebben we nog impact hier op de bevolking door de slavenhandel die we in de 17e eeuw hebben bedreven op het Afrikaanse continent. Dus voor iedereen die denkt dat dat foute historie van ons is.. voor deze mensen is het nog alledaagse realiteit, erg bizar om dat aan den lijve te ondervinden.

Het gras en de termietenhopen maken plaats voor dichtere begroeiing en hier en daar zien we in de verte rook opduiken en voor we het weten rijden voor door nasmeulende bossen die kort geleden zijn platgebrand door de lokale bevolking. Na een tijdje doorrijden komen we in een dorpje aan waar een groep mannen met speren rondloopt en maheeri wil hier niet in de buurt stoppen voor een lunchpauze, meestal betekent het als de mannen met speren rondlopen dat er een Zebu is verdwenen uit het dorp en dat de speren dan niet gebruikt worden om op wild te jagen (dat leeft hier nauwelijks) maar om potentiele dieven te achterhalen.

Na het dorp rijden we door tot het stadje Manja wat 3 maanden per jaar is afgesloten van de buitenwereld door de overvloedige regenval en de wegen die dan onbegaanbaar worden. Hier maken we een avondwandeling wat een erg leuke ervaring is, kinderen met stokjes 'telefoontje' spelen. Er komt een bus aan met mensen die lang zijn weg geweest en enthousiast door de dorpelingen wordt begroet en er klinkt afrikaanse muziek uit de stalletjes. We gaan eten, slapen en de volgende dag weer op naar Morombe,

De tocht gaat weer door wildernis, langs grote graftombes (die vele malen beter zijn dan hun huizen), langs nog meer termietenhopen en platgebrand gras (annemiek geeft al aan dat de geur van azie altijd eten is en de geur van Madagaskar is verschroeide aarde, een soort van barbeque lucht op slechte kolen). Aangekomen in Morombe maken we weer een wandeling en schieten hier leuke foto's van de locals die we beloven de foto's op te sturen. er komt hier zelden iemand en een fototoestel is niet iets wat de mensen bezitten dus dat zullen ze wel leuk vinden. We hebben hier een mooie zonsondergang genoten en lekker de sterren bekeken vanuit een hangstoeltje op het strand, Opnieuw redelijk op tijd het bed in want de volgende dag moesten we weer vroeg op pad voor het laatste gedeelte door de wildernis.

De tocht leidt ons naar de westkust naar een plaatsje Salary en hier leven veel kleine vissersdorpjes waar maximaal 4x per week een auto langsrijdt. De zandwegen veranderden van redelijke zandwegen in steeds muller zand en in de verte verschijnen fantastische baobaps tussen de enorme cactusbossen die veel verschillende unieke vogels huishouden. Door het mulle zand rijden we constant in de 4x4 versnelling wat de motor snel oververhit maakte dus stopten we voor een bijvulpauze van het koelwater van de auto. Nog geen paar kilometer verder gingen er opnieuw 2 flessen water in, dit keer konden we iets verder rijden maar toen kanpte er tijdens een waterpauze een ventiel in de auto en vloog er stoom uit de motorkap... Maheeri zei meteen: 'No worries, just don't tell your agent about the problems'... dus... Annemiek en ik keken elkaar aan en hadden iets van nou ja, hij zal hopelijk weten wat hij doet. Na wat gevijl aan een onderdeel en getimmer in de motor en opnieuw 2 flessen water (we gingen aardig hard door de voorraad flessen heen) reden we door tot een dorpje waar we eigenlijk niet moesten zijn, Maheeri had een afslag gemist en we stopten om de weg te vragen aan een groepje jongens aan de rand van het dorp. Er kwam een man met een bijl bij staan en Maheeri vertrok richting de juiste afslag buiten het dorp. Een aantal jongens en de man met de bijl kwamen achter ons aangerend en tot op de dag van vandaag hebben Annemiek en ik discussie over waarom, volgens Annemiek was het omdat ze ons in stukken wilden hakken, ik ben van mening dat ze geld wilden verdienen als we vast kwamen te zitten... ik vind mijn versie toch wat vriendelijk maar het is toch een vreemde gewaarwording als er een man met een bijl achter je auto aanrendt.

Bij het volgende dorpje moesten we weer stoppen om de motor rust te geven dus Maheeri zet de auto keurig naast de weg in het dorpje (10 lemen hutten) en het dorp komt zoals altijd op ons af, een vrouw rent met de handen voor haar uit en al schreeuwend naar ons toe: 'Crevette, Crevette'..... even denken wat dat ook al weer was...... oh ja, kreeftjes in het Frans..... oh sh*t, we zijn gestopt op de voedselvoorraad van het dorp die langs de weg te drogen ligt in de zon.... foute boel:).

Gelukkig maakt het fototoestel een boel goed, de kinderen joelen en de vrouwen willen met Annemiek op de foto, we geven aan het dorpshoofd 2 pakken biscuitjes (de kinderen hebben allemaal hongerbuikjes, 70% van alle kinderen in madagaskar is ondervoed) en om zijn dank te tonen maakt hij de pakjes open, neemt 2 grote handen van de koekjes en stopt alles in 1x in zijn mond, de ouderen, vrouwen en mannen krijgen allemaal 1 koekje en tot slot krijgen de kinderen een klein hoekje van een biscuitje... tot zo ver onze nobele doelstelling de kinderen bij te voeren.

De auto is intussen afgekoeld en we rijden verder door de cactusbossen met 35oC+ buiten de deur en helaas, al snel moeten we opnieuw en opnieuw 2x2 flessen water bijvullen. Ik kijk Annemiek aan en zeg dat we nog maar 1 fles hierna hebben, en ik ben niet van plan die fles te geven zonder dat ik weet hoe ver we nog moeten met de hitte buiten, geen water in de buurt dat drinkbaar is (hadden we nu maar waterzuiveringstabletten bij ons) en een auto die het telkens begeeft... en Maheeri die zeg 'No worries, No worries' .... Na weer een stukje gereden te hebben is het water weer op en ik twijfel nog steeds of ik het water moet geven maar na overleg met Annemiek besluiten we maar op de gids te vertrouwen en gaat ons laatste drinkwater temidden van de cactussen de motor in en nu maar hopen dat het goed komt.

Een half uurtje later verschijnt er een zandbult met een dorpje er bovenop, we rijden de bult op en zien dan in de verte de zee liggen.... en wat voor zee, azuurblauw zoals het alleen op ansichtkaarten voorkomt... zover je kunt kijken. Wauw!!! We stoppen in het dorpje voor de lunch en daarna gaan we richting de duinen die enorm fijn poederzand blijkt te bevatten, bovenop de duinen zien we de azuurblauwe zee en 2km uit de kust ligt een gigantisch rif dat doorgaat zo ver je kunt kijken, op het strand is bovendien helemaal niemand!! Terwijl ik dit zie snap ik niet waarom Madagaskar niet het strandland bij uitstek is... we rennen het water in met de watervaste hoes om onze nek en Annemiek weigert verder te gaan want onze paspoorten zitten in de waterdichte hoes.... uh.... ok...

Dus dan maar omstebeurten zwemmen en ondertussen vraag ik me af... waarom kopen we dan waterdichte hoezen... ze zijn toch waterdicht.... Maar dit krijgt nog wel een staartje ben ik bang dus dat horen jullien in het volgende verhaal. We hebben de tocht door het Wilde westen overleefd en het heeft enorm veel indruk op ons gemaakt, een tijdmachine hoef je niet uit te vinden, kom gewoon naar Madagaskar!!!

Na terugkomst bij het restaurant heeft Maheeri zich neergeled op een ligbed en met zijn kreet 'mora mora' (doe rustig aan) geeft hij aan nog niet te gaan vertrekken:). Dus nog even ontspannen en een half uurtje later richting salary gegaan. Dit duikt na een uurtje rijden in de verte op als een enorme zandduin met daarop witte, goed onderhouden, bungalowtjes met grijze riet/bamboe daken en een fantastisch uitzicht over de zee....

Madagasker: niet te beschrijven

We zijn nu net weer terug in het westen. Na een goede vlucht weer geland in Parijs om morgen het avontuur op te zoeken in.... jawel, Bangkok.

Ons oorspronkelijke plan was om in Bangkok te blijven maar gezien de noodtoestand daar is zo snel mogelijk door reizen de beste oplossing dus 's avondslanden, wachten op het vliegveld en 's ochtends meteen van Bangkok doorvliegen naar Vientiana in Laos (moet kunnen volgens minbuza, anvr en qatar airways dus daar vertrouwen we maar op) om daar onze reis voort te zetten en hopenlijk daar een uitgebreider verslag te kunnen doen van onze reiservaringen in Madagaskar want Madagaskar is echt onbeschrijvelijk...

Alles in Madagaskar is zo totaal anders dan wat je hier gewent bent. Het land is ongeveer zo groot als Frankrijk, Nederland en Belgie bij elkaar en heeft ruim 10 miljoen inwoners waarvan er 4 in de regio rondom de hoofdstad woont en de rest verspreid over de rest van het eiland. Om een idee te geven van de welvaart, bijna 70% van de kinderen is ondervoed. Het gemiddelde jaarinkomen ligt rond de $1000 per jaar en een enorm deel van de bevolking moet rondkomen van $1 per dag. Daarnaast heeft een groot gedeelte van de mensen in het zuiden en westen van het land geen schoon drinkwater of moet zelfs tot 5 kilometer lopen om drinkwater te vinden. Enfin, genoeg achtergrondinformatie over het land, tijd om onze ervaringen te vertellen. Bovenstaande feiten zijn hopenlijk een goed excuusom uit te leggen dat internet zeer matig voorradig is en vandaar dat een update van onze reis zo lang heeft geduurd.

De reis begon met onze landing na een goede vlucht op Ifato airport, de grootste luchthaven van Antanarivo (Tana), de hoofdstad van Madagaskar. We werden hier opgepikt door onze gids Maheeri die een groot gedeelte van onze trip door madagaskar ons door het droge westen en zuiden kan leiden. Na aankomst stond hij er met een bordje met onze naam en zo vertrokken we midden in de nacht naar ons hotel naast de Amerikaanse ambassade in Tana.

De volgende dag vertrokken we voor onze naar het 5 uur verderop gelegen antsirabe. De tocht gaat langs lemen huizen, eindeloze rijstplantages en rode bergen (van het roestgekleurde zand). overal lopen mensen langs de weg aangezien veel mensen geen geld hebben voor vervoer. Het lijkt wel of iedereen hier een handeltje heeft, iedereen loopt met zakken op zijn hoofd, handkarren met producten, heeft een taxi (een oude renault 4 of een antieke voorganger met tape bij elkaar gehouden), loopt met een pousse-pousse (een handkar waar 1 iemand voor loopt en mensen of producten op de kar erachter vervoert), of loopt met een schep, bijl of ander werkvoorwerp langs de weg ergens naar toe op weg.

Het landschap wordt langzaam aan ruiger, de bergen worden hoger en de dalen worden dieper. De dorpjes waar we doorheen rijden zijn ieder gespecialiseerd in het vervaardigen van producten als rieten manden, mariabeelden, trucks van oude blikjes cola, speelgoedvrachtwagens e.d.

Zodra je onderweg stopt om een foto te maken dringen de kinderen om je heen en beginnen te zwaaien, joelen en te vragen om bonbons, allemaal zijn ze vrolijk en proberen ze het Frans dat ze geleerd hebben toe te passen, toch is het wel even wennen dat we zelf een attractie zijn waar de kinderen zich onvermoeibaar mee kunnen vermaken.

Na een extraautotocht naar een gebied buiten de stad waar we overnachten naar een kratermeer en langs lokale huizen en bouwvallige dorpjes gaan we richting ons hotel om te overnachten in residance 'Madalief', een door een Nederlandse vrouw opgericht hotel/kinderoord waar weeskinderen en schoolkinderen kunnen spelen en kind kunnen zijn. Door de armoede moeten veel kinderen na school meteen aan het werk en hebben ze nog nooit een trampoline gezien e.d. Daarnaast heeft dezelfde Nederlandse vrouw (Remi Doornenbos) een weeshuis opgericht in een nabijgelegen stad waar weeskinderen een toekomst wordt geboden. Over dit initiatief later waarschijnlijk nog een heel artikel want het is goed werk wat ze daar doet.

Na aankomst, een korte douche en het heerlijke avondeten zijn we op tijd gaan slapen om alle indrukken te kunnen verwerken en omdat het al vroeg donker is en je 's avonds toch niet heel veel kunt zien behalve een zeer imposante hemel.

De volgende dag vertrok onze rit naar het westen, Morondiva, een kustplaats in het westen. Deze tocht ging over redelijk begaanbare wegen met hier en daar wat kuilen wegens achterstallige onderhoudswerkzaamheden. Je rijdt langs dorpjes die steeds armoediger worden totdat je door een berggebied rijdt waar helemaal niets meer is behalve een dorre vlakte met in de valleien in de verte een klein dorpje. De omgeving wordt steeds dorrer en droger. na een korte tussenstop op een markt om wat bagguettes te kopen besloten we nog wat rond te lopen op de lokale markt. Dit is echt een heel apart gevoel aangezien iedereen je hier aanstaart omdat we A: blank zijn, B: enorme reuzen zijn vergeleken bij de 1:60 die de gemiddelde malagasy volgens ons is en C: er nauwelijks mensen stoppen in deze kleine plaatsjes. Echt een heel aparte gewaarwording om door iedereen aangestaart te worden.

Na onze rit vervolgt te hebben door de bergen en onderweg dorpen te hebben gezien waar goud wordt gedelft, stenen worden gehouwen of gewassen/koeien worden gehouden wisselt het landschap van een dor droog gebied naar een totaal andere landschap. Nadat we een dam voorbij zijn gereden wordt de weg beter, verschijnen er rijstvelden en in de verte doemen de eerste Baobap bomen op, een soort enorme bomen tot wel7 meter dik die duizenden jaren oud zijn en waarvan de takken op een soort wortels lijken. Naarmate we verder langs de rijstvelden rijden wordt het ook steeds drukker langs de weg met mensen die ergens naar toe lopen dus dat duidt erop dat Morondova innabij is en binnen een kwartier rijden we inderdaad het centrum binnen van deze grote vissersplaats. Via de markt en een kleine hoeveelheid guesthouses rijden we het hotelterrein op en na het avondeten en een mooie zonsondergang ploffen we op het bed neer en vallen we op tijd in slaap.

De dag erop trekken we er op uit om de lokale markt te verkennen en een kijkje te nemen in de haven. De markt bestaat uit vele kleine kraampjes waar mensen in enorm ranzig geld je betalen (echt enorm verlepte vodden van briefgeld die erg stinken en wel een bron van ziekten moeten zijn. ) Verder de gebruikelijke dingen te koop als zebu (koeien) hersenen, veel verse vis en brokken kalksteen die zwangere vrouwen eten... typisch een malagaskische markt denk ik maar... Na de markt de haven bekeken en vandaar 's middags doorgereden naar de avenue de baobab, een van de grote attracties van Madagaskar. Hier leid een zandpad door een serie grote baobap bomen wat een geweldig beeld geeft. Ook de weg erheen langs lemen hutjes, spelende kinderen die op je af komen rennen als je uit de auto stapt en te voet verder gaat, kuddes zebu die door de rijstvelden waren en alles maakt deze plek fantastisch om een hele tijd rond te slenteren en echt honderden fotos te schieten.... na de avenue de baobap nog doorgereden naar de loverstree, 2 enorme in elkaar verstrengelde baobaps die ook mooie foto's opleverde weer terug gereden naar het hotel om de volgende dag weer morondiva te verlaten en 3 dagen door de 'outback' van madagaskar te reizen.

Het gebied waar we door heen zijn gereden staat niet aangegeven met wegen op de landkaarten van madagaskar, mensen lopen met speren rond, je komt uren niemand tegen en we hebben peentjes gezweet nadat onze auto ons laatste drinkwater had gebruikt om maar gekoeld te worden om verder te kunnen rijden... De uitgebreide verhalen zullen we vertellen als we geland zijn in Vientana over 3 dagen. Tot die tijd eerst de volgende horde nemen, 30 uur reizen via Doha, Bangkok en tot slot Vientana,

Veel plezier allemaal in Nederland en leuk om al jullie reacties te lezen zonder dat we ook maar iets hebben kunnen laten weten, echt super!

Tot de volgend update die wat vaker zou verschijnen dan tot nu toe:)